'Ik ha sels in túntsje, mei beantsjes en mei slaad, mei woartels en komkomer, radyskes en tomaat.'
(Myn túntsje - Deuntsjes foar dy)
Het is lente. Een paar dagen geleden zou ik geschreven hebben, het is volop lente! De zon schijnt, vogels fluiten hun mooiste lied, bomen staan in bloei en overal zijn de prachtigste bloemen te bespeuren. Op dit moment kunnen we al die enthousiaste bewoordingen wel achterwege laten. Het is weliswaar nog steeds lente maar een koude stormachtige variant erop.
Binnen is het in ieder geval wel een beetje lente want we hebben zelf zaadjes geplant en zien nu hoe de eerste plantjes opkomen. Het blijft bijzonder hoe uit zo'n klein zaadje een plantje kan groeien.
Anna uit het boek 'Anna en haar groentetuintje' heeft in ons voorjaars thema een hoofdrol want samen met haar leren we van alles over de groentetuin. Wat hebben we allemaal nodig? Zaadjes natuurlijk, maar ook een schep en hark, een kruiwagen, gieter en tuinhandschoenen. We leren verder dat plantjes zon en water nodig hebben en ook dat we geduld moeten hebben. Net als Anna kijken we elke dag even bij de plantjes.
Enkele woorden die tijdens dit thema regelmatig voorbij zullen komen:
maitiid/lente, blom/bloem, siedsje/zaadje, groeie/groeien, griente/groente, sinne/zon, tún/tuin, kroade/ kruiwagen
Activiteiten